Tips voor het isoleren, per bouwperiode

Heb je bijvoorbeeld een huis uit 1900? Dan heeft het huis geen spouwmuren, waardoor spouwmuurisolatie onmogelijk is. Bovendien hebben huizen uit deze periode vaak (vrijwel) geen kruipruimte en is vloerisolatie een extra uitdaging. Maar ook de spouwmuur van een jaren-30 huis kan te smal zijn waardoor spouwmuurisolatie eigenlijk een te geringe isolatiewaarde oplevert. Dan kan het verstandiger zijn om een voorzetwand te plaatsen. 

Zo is elke woning anders, door het bouwjaar en de isolatiemaatregelen die wellicht al eerder zijn genomen. Laat je dus goed informeren over de beste oplossing voor je huis en maak een plan op basis van jouw wensen en investeringsruimte. Wattnu kan je daar belangeloos bij helpen!

• Omdat deze woningen “steens muren” hebben is spouwmuurisolatie niet mogelijk. Daarom is een voorzetwand aanbrengen de enige oplossing. Bij voorkeur aan de buitenzijde, maar daarvoor is een vergunning vereist.
• Zorg bij het aanbrengen van muurisolatie ook voor goede isolatie van de balken die tot in de muur doorlopen. Hier kunnen nl. “koudebruggen” gecreëerd worden waardoor vochtproblemen in de balken kunnen ontstaan.
• Is de gevel aan de buitenzijde geverfd? Check dan of de verflaag dampopen is (vraag een expert). Is dat niet het geval? Laat dan eerst de huidige verflaag verwijderen en breng een dampopen gevelverf aan. Daarmee voorkom je dat er vochtproblemen in de muren en balken ontstaan.
• Kierende ramen, deuren en kozijnen maken goede kierdichting noodzakelijk.
• Vervang enkel of oud dubbelglas door minimaal HR++ glas. Betreft het een monument of heeft het raam smalle sponningen? Dan is monumentenglas een optie. Bij draaiende delen kan HR++ glas soms te zwaar zijn. Denk ook aan het vervangen van het gehele kozijn.
• Het dak isoleer je bij voorkeur aan de buitenzijde (koude kant). Moeten de dakpannen vervangen worden? Laat dan meteen goede isolatie aanbrengen. Ga je vanaf de binnenzijde isoleren? Breng dan een goede dampdichte folie aan, aan de “warme kant” van de isolatie om condensproblemen te reduceren. Zeker bij daken met verschillende hoekjes moet dat zorgvuldig gebeuren.
• Is de kruipruimte minimaal 50 cm hoog dan kan vloerisolatie aangebracht worden. Is de kruipruimte te laag dan is bodemisolatie een optie, maar laat de balklaag vrij om door te luchten. Geen kruipruimte of wil je echt goed isoleren; vervang de vloer dan en breng een volledig geïsoleerde nieuwe vloer aan. Isoleer dan meteen ook de warmwater en radiatorleidingen.
• Als je goed isoleert verdwijnt de natuurlijke ventilatie; zorg daarom dat aanvullende ventilatiesystemen aangebracht worden. Bij voorkeur met een warmte-terugwinning (WTW).

• Deze woningen hebben wel een spouwmuur maar deze is tijdens de bouw niet geïsoleerd.
• Mogelijk is later spouwmuurisolatie aangebracht. Als dat lang geleden is gebeurd, dan kan deze isolatie wat naar beneden gezakt zijn. Isoleer een spouwmuur uitsluitend na deskundig advies. Het verkeerd aanbrengen van meerdere isolatielagen kan namelijk voor vochtproblemen zorgen waardoor houten constructies kunnen gaan rotten.
  
• De spouw kan soms erg smal zijn; in dat geval is zelfs met spouwmuurisolatie de isolatiewaarde gering. Eventueel kan een voorzetwand aangebracht worden, maar uitsluitend na een goed bouwfysisch advies tav vochtregulatie in de woning.
• Let op: als een gevel aan de buitenzijde geverfd is of voorzien van geglazuurde bakstenen, dan is (spouw)muurisolatie veelal niet mogelijk omdat condens niet via de gevel kan ontsnappen.
• Ga je vanaf de binnenzijde isoleren? Breng dan een goede dampdichte folie aan, aan de “warme kant” van de isolatie om condensproblemen te reduceren.
• Is de kruipruimte minimaal 50 cm hoog? Breng dan vloerisolatie aan en isoleer ook de radiator en warmwater leidingen onder de vloer.
• Heeft de woning enkel glas of dubbel glas dat meer dan 15 jaar oud is? Vervang deze dan door minimaal HR++ glas.
• Breng indien nodig isolerende kozijnen en deuren aan.
• Als je goed isoleert verdwijnt de natuurlijke ventilatie; zorg daarom dat aanvullende ventilatiesystemen aangebracht worden. Bij voorkeur met een warmte-terugwinning (WTW).

• Bij deze woningen is tijdens de bouw matige spouw- en dakisolatie aangebracht.
• Isoleer een spouwmuur uitsluitend na deskundig advies. Het verkeerd aanbrengen van meerdere isolatielagen kan namelijk voor vochtproblemen zorgen waardoor houten constructies kunnen gaan rotten.
• Je kunt wel extra vloer- en/of dakisolatie aanbrengen.
• Dicht kieren met tochtstrippen. Als je kieren dicht, zorg dan op een andere manier voor voldoende ventilatie in huis, bij voorkeur met een warmte-terugwin systeem (WTW).
• Heeft de woning enkel glas of dubbel glas dat meer dan 15 jaar oud is? Vervang deze dan door minimaal HR++ glas.
• Breng isolerende kozijnen en deuren aan als verdere verduurzaming gewenst is.

• Deze woningen zijn vanuit de bouw redelijk geïsoleerd. De huizen hebben vaak dak-, gevel- en vloerisolatie. Extra isolatie is niet nodig.
• Heeft de woning dubbel glas dat > 15 jaar oud is? Vervang deze dan door minimaal HR++ glas.
• Dicht kieren met tochtstrippen. Als je kieren dicht, zorg dan op een andere manier voor voldoende ventilatie in huis, bij voorkeur met een warmte-terugwin systeem (WTW).

• De daken, vloeren en gevels van huizen die vanaf 2000 zijn gebouwd, zijn zeer goed geïsoleerd. Extra isoleren is niet nodig.
• Dicht kieren met tochtstrippen.
• Zorg voor een goed ventilatiesysteem, want anders wordt de ruimte zuurstofarm.